Manage account

Photo by Birmingham Museums Trust / Unsplash

Onze ‘veldslag tegen het virus’: De onbevreesde opmars van de oorlogsretoriek

Communicatie Jul 12, 2021

Sinds het coronavirus grondgebied begon te veroveren op het Europese continent, hebben politieke leiders gepoogd hun naties taalkundig door de wirwar van het onverwachte en het onbekende te loodsen. De meest ingezette tool uit de staatkundige gereedschapskist der crisiscommunicatie was toch wel de metafoor.

“Het gebruik van metaforen helpt bij het vormen van een publiek begrip omtrent gezondheidsproblemen en is om die reden populair tijdens pandemieën”, verklaart communicatiewetenschapper Elizabeth Angeli. Die populariteit was ook merkbaar bij ons eigen landsbestuur. Waar de Nederlanders zich bogen over het vraagstuk of het coronavirus als een mammoettanker op ons afstevent of toch beter te vergelijken is met een marathon, winden andere Westerse gezagsdragers er geen doekjes om: “Nous sommes en guerre”, stelde Emmanuel Macron vorig jaar op de Franse staatstelevisie.

“We zijn in oorlog”.

De president van Frankrijk was niet de enige die de oorlog verklaarde aan COVID-19. Boris Johnson noemde de gezondheidscrisis “the Second Battle of Britain” en Donald Trump omschreef zichzelf als een “wartime president”. Is dit stompzinnige spierballentaal of een strategisch spelletje?

The 'first' Battle of Britain

Natuurlijk is hier over nagedacht. Door iets of iemand verbaal te framen als ‘de vijand’, wordt een antagonistische perceptie gecreëerd. Deze communicatiemethode is gericht op het vergroten van publieke steun voor het uitvoeren van ‘tegenaanvallen’, zoals lockdowns en andere noodmaatregelen. Een gebruikelijk onderdeel van deze strategie is de fear appeal’-techniek, waarbij collectieve angsten worden aangesproken. Met zijn bovengenoemde uitspraak roept de Britse premier bijvoorbeeld gemeenschappelijke herinneringen aan de verwoestende Duitse bombardementenreeks in 1940 op, waarmee hij de vermeende dreiging onder de bevolking versterkt.

Crisis of conflict?

Dergelijke retoriek is op meerdere fronten problematisch. Het maakt niet alleen misbruik van nationale trauma’s, maar veroorzaakt tevens othering en polarisatie in tijden dat we, volgens de WHO, internationale samenwerking meer nodig hebben dan ooit.

Bovendien, het naar buiten brengen van deze gezondheidscrisis - want dat is wat het is - als zijnde een oorlogssituatie stelt autoriteiten wereldwijd in staat hun macht te vergroten door op semilegale wijze autocratische noodwetten af te kondigen en deze met militaire middelen te handhaven. De Israëlische historicus Yuval Noah Harari ziet zijn waarschuwing van een jaar geleden langzaamaan werkelijkheid worden in landen als Hongarije en Polen, bevestigt het recente rapport van een Amerikaanse denktank, dat van een “ongeëvenaarde democratische achteruitgang” spreekt.

In Ethiopië leidde het uitstellen van de nationale verkiezingen wegens de pandemie zelfs mede tot een burgeroorlog. Hoewel de burgemeester van Eindhoven hetzelfde woord gebruikte om de avondklokrellen in zijn stad te omschrijven, maken Ethiopische getuigenverklaringen van het meedogenloze geweld in de Tigray-regio pijnlijk duidelijk dat gedwongen afstand houden en gedwongen groepsverkrachting twee totaal verschillende dingen zijn.

Oorlog als instituut

Het bovenstaande kenmerkt de belangrijkste implicatie van de grootschalige inzet van oorlogsmetaforen: het normaliseert oorlogsvoering. Doordat wereldleiders met een voorbeeldfunctie vechtlust laten doorschemeren in hun publieke communicatie, wordt oorlog gereproduceerd als acceptabel instituut dat daardoor vaker de beste reactie op een vermeende dreiging lijkt. Dit is een verborgen proces; oorlogssymboliek zit namelijk stevig ingekapseld in ons dagelijks taalgebruik. Let er maar eens op, wanneer je met anderen praat of het nieuws leest.

Retorische revolutie

Het moge duidelijk zijn dat taalgebruik invloedrijk is. Maar het is ook dynamisch, continu in beweging. De recente commotie over de officieuze acceptie van ‘als’ in plaats van ‘dan’ in spreektaal geeft dit goed weer. Geen overheid schrijft ons de regels voor: ons taalgebruik boetseren we zelf. En dus kunnen de normen bottom-up worden vormgegeven en veranderd.

Maar waar te beginnen met deze retorische revolutie? Hiervoor keren we terug naar het begin van deze blog: corona. Hoewel de fel scanderende wereldleiders anders impliceren, staat er geen Covid-cavalerie bij de stadspoorten en vliegen er geen besmettelijke bommenwerpers over. COVID-19 is geen barbaars leger dat onze soevereiniteit bedreigt, maar een biologisch fenomeen dat ons immuunsysteem uitdaagt. De coronapandemie is niet meer dan een gezondheidscrisis en dient dus ook niet anders beschreven te worden.

Is dit een passende metafoor voor corona?

Toch zijn metaforen soms nodig ter verheldering van abstracte begrippen en medisch jargon, zoals Angeli al aangaf. In Den Haag weten ze dat ook. Hoewel de persconferenties worden beschreven als het resultaat van een ‘op hol geslagen metaforenmachine’, mogen we onze handen dichtknijpen; de Nederlandse regering houdt zich verre van het gebruik van oorlogsretoriek.

Moeten wij dan allemaal ook maar gebruik gaan maken van de mammoettankermetafoor en het ’sturen op de achteruitkijkspiegel’? Niet nodig. Volgens taalkundige Elena Semino is het beste alternatief om het coronavirus te beschrijven de bosbrand: artsen en verpleegkundigen bestrijden het virus als brandweerlieden die een brand blussen, terwijl de rest van de bevolking vooral afstand houdt van de hitte. Daarbij is het zaak om het vuur niet elders weer op te laten laaien. Clusters van coronabesmettingen worden in Nederland al ‘brandhaarden’ genoemd; wat mij betreft is deze metafoor breder inzetbaar.

Vrede

Als we ‘in oorlog’ zijn met het virus, kunnen we dan ook vrede sluiten? Kunnen we onderhandelen om tot een compromis te komen, of is er deze zomer slechts sprake van een wapenstilstand, totdat de deltavariant zijn troepen heeft gemobiliseerd en ons land binnenmarcheert?

En wat als het virus geen terrorist is, maar een vrijheidsstrijder? Een voorvechter van natuurbehoud, die zich slechts evolutionair wapent tegen de stormvloed van menselijke overbevolking? De generaties na ons zullen het coronavirus in dat geval beschouwen als een onvermijdelijke opstand tegen het ecocidale regime van de mens. "Natuurlijk kwam de natuur in actie." De geschiedenis wordt bepaald door de overwinnaars. Geschiedenis, die momenteel met ons taalgebruik wordt geschreven.

Onze prehistorische voorouders communiceerden met elkaar om te kunnen overleven. Taal is ontstaan om menselijke samenwerking te faciliteren, maar wordt nu als wapen gebruikt.

Laten we de strijd staken, om even niets dan liefde te verkondigen.

Tags