Voordracht: Tussen hoop en vlees

Redevoeringsopdracht voor het studievak Retorica

[geschreven voor verbale voordracht]

Sinds enkele weken is de horeca weer open. Velen, waaronder ikzelf, zullen deze zomer een plekje reserveren. We zullen in de zon een biertje drinken. Of nou ja, om de horeca te steunen zullen we er gelijk drie bestellen. Misschien ook nog wat te eten erbij; het is tenslotte crisis, hè. En sommigen van ons steken wellicht een peuk op. Ja, het gebeurt nog steeds. Roken is nog niet volledig verdwenen uit het straatbeeld en dat zal ook nog wel even duren. Maar ik ben er zeker van dat het gaat verdwijnen. En dat is bijzonder. Mijn moeder vertelde laatst nog hoe haar leraar rokend voor de klas stond. Mijn oma werd nog geadviseerd door een rokende huisarts. ‘Ach ja, dat was toen hè...’ zou ze zeggen. In de tijd dat mijn oma zo oud was als ik, rookte 90% procent van alle mannen in Nederland. Bijna iedereen, dus. Nu, ongeveer een halve eeuw later, is dat percentage teruggedrongen naar minder dan 20% - en het daalt nog elk jaar. Het is het gevolg van een verschuiving van onze standaarden, een verandering van onze normen. Roken is niet meer van deze tijd.

Iets dat ook niet meer van deze tijd is, is het eten van vlees. Het eten van vlees houdt namelijk een afschuwelijk fenomeen in stand. Met dit fenomeen bedoel ik niet de hoge vleesprijzen in de supermarkt. Ik bedoel ook niet de stikstofcrisis, ontbossing of andere klimaatbedreigende aspecten van de agrarische sector. En ook doel ik niet op de vele vleesconsumenten die lijden aan dichtgeslibde aderen, herseninfarcten en dodelijk overgewicht. Daar ga ik het niet over hebben.

Ik ga het hebben over de systematische genocide die we moderne veeteelt noemen. Moderne veeteelt bestaat uit het stelselmatig gevangenhouden, folteren en doden van onschuldige dieren. Een kalfje wordt bij haar geboorte direct weggehaald bij haar moeder, om een leven tegemoet te gaan dat draait om haar dood. Terwijl ze in haar eigen ontlasting wegzakt in een donkere stal met nauwelijks bewegingsruimte wordt ze volgepropt met chemisch bewerkt krachtvoer tot ze dik genoeg is om te voldoen aan culinaire standaarden. De vroegtijdige slacht moet voor haar bijna een opluchting zijn. Als ze niet op jonge leeftijd zou worden geslacht, zou ze wel zijn gestorven aan overvoeding, lichamelijke gebreken of depressie.

Want vergis je niet: koeien, varkens en kippen zijn individuele wezens met hoogwaardige cognitieve activiteit. Hier is een oneindige hoeveelheid wetenschappelijke onderbouwing voor. Ook veedieren houden van hun kinderen, spelen met elkaar, rouwen om hun naasten, kunnen depressief raken en ervaren pijn. Ook zij communiceren en ontwikkelen sociale structuren. Ook zij zijn op zoek naar geluk. Ik zeg niet dat ze hetzelfde zijn als wij, maar we delen een ontelbare hoeveelheid eigenschappen met ze die we niet delen met welk voedsel dan ook. Veedieren zijn geen voedsel, het zijn levende wezens waarmee we samen op aarde zijn.

Op dit moment worden dagelijks duizenden van deze levende wezens stelselmatig en pijnlijk vermoord door vergassing. Het alternatief, een verdovende injectie, is weliswaar minder pijnlijk, maar ook minder betrouwbaar, waardoor een deel van de dieren levend in het machinale slachtproces terechtkomt. Na een uitzichtloos bestaan in erbarmelijke omstandigheden eindigen ze verscheurd in de fabrieken van de dood. Jaarlijks vallen welgeteld 65 miljard slachtoffers op deze manier ten prooi aan de nietsontziende vraatzucht van de moderne beschaving.

Wat een contrast met de eerste menselijke beschavingen, waar men slechts jaagde om te kunnen overleven. Daarbij heerst er in de wetenschap inmiddels überhaupt grote twijfel over de oorspronkelijke voedselvoorkeur van de mens. Ons darmstelsel en gebit komen namelijk veel meer overeen met dat van een herbivoor; en ook alle voedingsstoffen die een mens nodig heeft, zijn via planten te verkrijgen.

Maar waarom eten we dan vlees, terwijl we het niet nodig hebben? Omdat het lekker is. Waarom eten we kipfilet, terwijl daarvoor ontelbare aantallen kuikens in zes weken worden vetgemest totdat ze door hun eigen poten zakken? Omdat het lekker is. Waarom eten we varkenshaas, als het betreffende dier daarvoor tientallen keren kunstmatig is bezwangerd totdat het uitgewoond en onvruchtbaar naar het slachthuis gaat? Omdat het lekker is. Waarom eten we biefstuk, terwijl een koe haar leven lang is bewerkt met antibiotica en hormonen om vervolgens met een slagpin in de hersenen aan haar eind te komen? Omdat het lekker is. En dat klopt zeker, ook ik heb vlees altijd erg lekker gevonden. Maar dat ging snel over, zodra ik begon te beseffen dat vleesproducten niets anders zijn dan de gemolesteerde overblijfselen van een levenslange foltering, volgepompt met chemische troep. Heel smakelijk is het dan niet meer.

Dierenleed is een basisingrediënt van vlees, ook al proef je het soms wat minder. Neem biologisch vlees: een stap in de goede richting, maar allesbehalve een oplossing. Want hoewel biologische boerderijdieren wat meer ruimte en wat minder chemicaliën krijgen, sterven ze op dezelfde manier. Een dodencel blijft een dodencel, hoe luxe deze ook is. Bovendien zou de biologische veehouderij dusdanig moeten opschalen om alleen al aan onze huidige vraag te voldoen, dat het vanzelf weer vormen van massaproductie aanneemt, met alle gevolgen van dien.

Het volledig weghalen van de vraag naar vlees is de beste manier om de industriële massaslachting stap voor stap te ontmantelen. De eerste stappen zijn al gezet: de informatie is bekend, er is een overvloed aan alternatieven en het draagvlak groeit. Maar de belangrijkste stap ligt bij onszelf. Begin bij jezelf, en de rest zal volgen.

“Alles stroomt”, zei de Griek Heraclitus ooit. Hij noemde de wereld een rivier, die constant in beweging is. Ik nodig u uit om met mij op de boot van de toekomst te springen en te varen op de rivier van verandering, al moeten we stroomopwaarts. Ik nodig u uit mij te vergezellen in mijn veldtocht tegen de vleesindustrie. Door samen deel te nemen aan deze culinaire revolutie kunnen we de carnivoor in ieder mens tot capitulatie dwingen. We staan aan het begin van een nieuwe culturele verschuiving, net zoals die vijftig jaar geleden bij roken begon. Ik nodig u uit om te schoppen tegen de standaarden en de normen te vernieuwen. Ik nodig u uit om aan de goede kant van de geschiedenis te staan. U heeft de keuze.

Als ik tachtig ben, wil ik met mijn kleinkinderen door de ruïnes van voormalige slachthuizen lopen, die dan als historisch museum dienen. Ze zullen met open mond staren naar de metalen ruimtes met hun loopbanden en ijzeren haken. Ze zullen vol onbegrip kijken naar foto’s van bevroren kippendijen in de supermarkt. Ze zullen veel vragen hebben, en ik zal antwoorden: “Ach ja, dat was toen...”