Boekreview: ‘De wateraap’ van Mariken Heitman

Literair-kritische recensie voor het studievak Millenialproza.

Over biologie en bestaansrecht: ‘De wateraap’ schept afstand in de zoektocht naar verbinding.

Mariken Heitman levert met haar debuutroman De wateraap een ode aan de tussenvorm, waarin de parallel met de pseudowetenschappelijke aquatische primaat symbool staat voor de worsteling van het hoofdpersonage Elke met het gebrek aan maatschappelijke erkenning van het ongedefinieerde.

De wateraap vertelt het verhaal van Elke, wiens uiterlijke kenmerken voor ons verborgen blijven – met duidelijke redenen, blijkt later. De 23-jarige biologiestudente beweegt zich tussen tuinwerk en inwoning bij haar oudtante Ko en een mogelijk afstudeeronderzoek naar fruitvliegjes, terwijl haar innerlijke wereld zich met regelmaat begeeft naar tienduizenden jaren geleden. Elke is gefascineerd door een specifiek soort prehistorische figuur, een wezen dat in het verlengde van de evolutieleer voorkomt als de ‘aquatic ape’. Deze voorouder van de mens zou in en rondom het water hebben geleefd, waarbij hij zich voorzag van schelpdieren als voornaamste voedselbron. Hoewel er een aantal aanwijzingen is voor ondersteuning van deze theorie – zoals onze geringe beharing, instinctief zwemvermogen en rudimentaire vliezen tussen vingers en tenen – wordt de theorie allesbehalve breed gedragen in de wetenschap en zelfs afgedaan als een pseudotheorie. Toch is Elke dusdanig geïntrigeerd om te besluiten dat ze op de wateraaptheorie wil afstuderen en ze reist af naar Wenen om Lena te ontmoeten, de schrijfster van haar favoriete wateraapboek. Na een paar afspraken gaat hun band over meer dan academische interesse en worden ze deelgenoot van elkaars zoektocht naar zichzelf.

Elkes ontdekkingstocht vindt plaats op vele gebieden. Ze zoekt haar plaats op de schaal van kind naar volwassen, voelt zich vrouw noch man en beweegt voortdurend tussen anderen en zichzelf. Op enkele momenten maakt de roman deze twijfel expliciet:

"Ik veronderstelde dat ik iemands dochter was, een vrouw, dat kon tenminste fysiek vastgesteld worden, een student ook, zoekend naar de wateraap, zoekend naar liefde en lesbisch geaard."  - blz. 124

Zeker weten doet Elke het nooit. Mariken Heitman gebruikt in De wateraap thematiek als wapen, doorgeladen met ecologische parallellen, om Elkes identiteitscrisis te duiden zonder haar in de menselijke ordeverdeling te plaatsen. In de mogelijkheden die Elke exploreert om voorbij te gaan aan hokjesdenken en categorisering, deelt ze haar belevingswereld in aan de hand van biologische labels. Het zijn dieren, planten en weersverschijnselen die haar gevoelswereld voor de lezer verhelderen. Zo is het een composthoop die Elke inspireert op een vergelijkbare manier als de wateraap, doordat deze weigert een rol aan te nemen die het door de maatschappij wordt opgelegd:

“De composthoop capituleerde nooit, verkeerde altijd in die schemertoestand tussen ontluikend leven, broei en dood.” - blz. 36

Elke gebruikt haar biologische referentiekader om haar emoties ten opzichte van haar omgeving te kunnen duiden. Haar bestaansrecht lijkt enkel legitiem door haar relatie met niet-menselijke actoren, zoals de natuur. Dit ‘radicaal relationisme’, een term geïntroduceerd door Yra van Dijk en Merlijn Olnon, klinkt door in de waarde die Elke hecht aan een sporadische aanraking, een moment van fysiek contact, met Lena of met de aarde. Pas op die momenten lijkt haar aanwezigheid enigszins erkent; ze bestaat bij de gratie van anderen, menselijk of niet-menselijk. Dat druist in tegen de neoliberale bejubeling van het individu en de autonomie, een ideologie die dit boek op meerdere vlakken ongehoorzaam is.

Heitmans roman is daarmee een serieuze poging om millenialproblematiek in de hedendaagse context van gender, milieu en neoliberale dominantie een gezicht te geven – of eigenlijk, juist niet: Elkes voorkomen is irrelevant gemaakt, het gaat om de collectieve kern van haar verhaal. En dat verhaal toont beeldend de schaduwzijde van seksuele emancipatie en het gebrek aan maatschappelijke goedkeuring van de ‘net-niet'-status. De mate van herkenning en geborgenheid die bij Elke vooral ontstaat in relatie tot natuurlijke actoren is een krachtige en relevante thematiek, maar wordt verzwakt door de overdaad eraan. De encyclopedische beschrijvingen als biologische, enigszins koude substitutie van menselijke verlangens, gevoelens en gedachten, creëert een zekere afstand tot de lezer.

Het ontbreken van expliciete innerlijke strijd kan echter een manier zijn geweest om de roman te onttrekken aan de neoliberale norm, waarin identificatie met het hoofdpersonage ter bevordering van de emotionele ontwikkeling van de lezer als kerntaak van een roman wordt beschouwd. In die zienswijze, afkomstig van cultuurcriticus Rachel Greenwald Smith, is de afstandelijkheid van De wateraap tegelijkertijd zijn kracht – maar wel ten nadele van de leeservaring, als je het mij vraagt.

Paradoxaal genoeg biedt De wateraap een duidelijke richting zonder ontwikkeling. De zoektocht naar verwantschap met de tussenvorm leidt de weg, maar heeft geen bestemming. De verbintenissen die het hoofdpersonage aangaat, menselijk of niet- menselijk, leveren haar niets op, en ze eindigt waar ze begint: zwevend tussen binaire opposities. Dat is eigenlijk ook waar ik als lezer werd achtergelaten. De tussenvorm blijft even ontastbaar als de wateraap zelf. Erkenning is nog niet in zicht.

Maar erg hoeft dit niet te zijn. Volgens Greenwald Smith hoeft lezen niet altijd nuttig te zijn en moeten we af van onze drang naar dergelijke affectieve arbeid (2015). Desalniettemin is de kostbare tijd van de neoliberale lezer niet verspild, want De wateraap leert ons wel degelijk iets. Elkes vermeende verwantschap met de wateraap en de natuur toont sporen van een ecocentrische blik, die de millenials en alle generaties na hen zou kunnen inspireren in hun omgang met de planeet: als spiegelbeeld van onszelf – of zelfs als voorbeeld.

Want, verlangen we er niet allemaal naar om opnieuw onderhevig te zijn aan de wetten van Moeder Natuur, zoals de wateraap ooit was? Zijn we niet, in zekere zin, allemaal een tussenvorm, wachtend tot we door evolueren naar iets beters, iets verstandigers, iets vriendelijkers? We zijn het allemaal ‘net-niet’; wellicht is dat wat ons in beweging houdt.

Geraadpleegde bronnen

Heitman, M. (2021). De wateraap [E-book]. Atlas Contact.

Smith, R. G. (2015). Introduction: The Affective Hypothesis. Affect and American Literature in the Age of Neoliberalism, 1–29. https://doi.org/10.1017/cbo9781316155035.001

Van Dijk, Y., & Olnon, M. (2015). Radicaal relationisme. Het andere engagement in de jongste Nederlandse literatuur. De Gids. Geraadpleegd
op 17 december 2021, van https://www.de-gids.nl/artikelen/radicaal- relationisme